Om 5 uur vanochtend kwam ik hier aan, het ondergrondse busstation is niet meer zo onaangenaam, omdat ik t ken. Bussen rijden af en aan, iedereen zit en ligt en hangt op de grond. Ik raakte leuk aan
de praat met een jonge vrouw uit Formentera, die met de Caminogaat beginnen. Ze twijfelde overin Pamplonabeginnen of vanaf Roncesvalles lopen, maar reist nu met me mee naar boven en slaapt bij ons
in de herberg. Ze is gitaarlerares, heeft de gitaar bij zich. Hier is t weer een mengeling van mensen met een rugzak en rood wit geklede mensen die San Fermin gaan vieren, dat begint vandaag. Het
hospitalera-werk is dus weer begonnen, een paar weken geleden was ik zelf nog pelgrim....
Twee etappes verder dus. Gisteren kwamen we , behoorlijk leeg, om 4 uur aan in Alcanadre. Sjokkend door de hitte en bijna struikelend over à l die stenen, dacht ik maar aan èèn ding: straks de
troostprijs, dat koude biertje. En in diezelfde bar hadden ze ook meteen de sleutel paraat voor ons onderkomen, de plaatselijke herberg. In dit geval "HET STATION" . t Klinkt raar, mijn lieve dochter
die ik aan de telefoon had terwijl ze lamskotelletjes stond te bakken, begon zich al wat zorgen te maken, maar nee... We kregen echt de sleutel van t gebouw, ze hadden t wat proberen op te leuken met
felle kleurtjes, er waren nieuwe matrassen, maar koud water en bijna geen WC papier. Er was èèn andere pelgrim., die we al eerder ontmoet hadden. 's Nachts denderden de treinen voorbij, want het is
nog steeds een eche spoorlijn en een echt station. Bovendien onweerde en kletterde het, dus een roerige nacht. Toen we vanochtend in dezelfde bar de sleutel afleverden , tekende de eigenaar een
alternatief stukje Camino uit. Aldoor langs de Ebro. Prachtig, stukken zo mooi van kleur, alles in grijs/wit tonen, alweer die tuintjes van God die mooier zijn dan wat we zelf ook maken. Wilde witte
roosjes, bloeiende vlierbessen, bloeiende bramenstruiken, witte pluizen van de populieren, hoog nat gras en daardoorheen dansten witte vlindertjes . Langs de spoorlijn zwaaide ik naar de machinist
van een trein, en hij toeterde terug. De spanjaarden durven toch nog veel persoonlijker te zijn. Gisteren op een warme landweg, stopte er een tractor, en de boer boodt ons een slok water aan uit z'n
fles. En hier in dit bartje kregen we, naast ons biertje met olijven, van de eigenares een bordje paëlla met 2 vorkjes, omdat ze uit Galicië komt ( Santiago). Mensen toeteren, zwaaien, wensen je Buen
Camino. Logroño is in zicht !!
Daar zit ik dan, in een schemerige kelder, radio aan TV op voetbal en een stel jongens doen luidruchtig een spel. Spanjaarden zijn al luidruchtig als ze niks doen, dus nu... Buiten zit iedereen op
terrasjes hier in Alfaro , maar wij zijn al genoeg buiten geweest, en we hebben t hele dorp afgespeurd voor een WiFi - plek. Vanochtend vertrokken we vroeg uit Tudela, t was gisteren erg warm en we
hadden vandaag 26 km. te lopen. Prachtig, die rustige stad, in t bartje waar we een ontbijtje namen, zaten wat zwervers al aan de drank, maar verder was er niemand te bekennen. Langs de kathedraal
lopend was er slechts het geluid van de vele ooievaars op de toren. Meteen daarna waren we buiten de stad, en liepen langs de goedverzorgde groentetuintjes. Het is een gebied van artisjokken en witte
asperges, waar we gisteravond van genoten in de tapasbar. Het ritme zat er goed in, na een stop in Castejòn waar we tussen de communie -vierders terecht kwamen, en in de rij moesten voor de WC ( waar
de biervaten in opgeslagen stonden) kwamen we hier om 3 uur t dorp binnenlopen. Er is hier een "echte" herberg, lekker scharrig, met 2 andere pelgrims. De sleutel moesten we bij de Policia Local
halen , ze stempelden onze pelgrimspas en ik mocht zelfs een foto van ze maken. Morgen weer een lange etappe.
Als je kilometers langs de treinbaan sjokt, soms met harde tegenwind, dan weer in de blakerende zon, wil je er ook wel een keer een stukje ìn zitten. Gisteravond viel de beslissing, naar Tudela lopen
zou 36 km zijn , en je moet je voeten niet verzoeken... Dus besloten we 's ochtends eerst te wandelen, en daarna een stuk de trein te pakken. Voor Hollanders klinkt dat heel simpel, maar hier is dat
een heel gepuzzel . Gaat ie, wanneer gaat ie, kun je een kaartje krijgen? Als je de trein mist, gaat de volgende 3 uur later. Dus stapten we stevig door. Een mooie etappe weer, vanochtend was het
klaprozendag, enorme velden om ons heen. Om 9 uur was t al behoorlijk warm. Half 12 kwamen we t stationnetje binnen. Zowaar, er zat iemand achter t loketje. Maar nee, we konden pas nà 12 uur een
kaartje kopen. Is er hier een bar in de buurt ? Ja dáár. Op dat totaal verlaten stationnetje was een bartje, waar we even later bocadillos met heerlijke gebakken chorizo zaten te verorberen, en
lekker koud bier dronken, met onze voeten op een stoel. Genietend, maar redelijk ongebruikelijk voor dat tijdstip van de dag. Ik had begrepen dat de trein om 12.40 zou gaan. Om iets over twaalven
kwam t mannetje van het loket de bar binnenlopen om te zeggen dat we nú ons kaartje konden kopen. Ik liep rustig op m'n sokken naar t loket. Allebei betaalden we 1.75 € ( korting met onze Tarjeta
Dorada, konden we die eindelijk ook eens gebruiken), toen hij opeens zei, de trein gaat over 5 minuten, aan de overkant. Hollen dus. We waren de enigen die opstapten. Kort daarna stapten we uit in
Tudela. Het is wonderlijk om te zien hoe snel je zo'n stuk overbrugt waar je anders uren op had lopen zwoegen. Zometeen een toeristisch rondje door de oude binnenstad, er is hier veel te zien.
Ja, en dan loop je de volgende dag als pelgrim gewoon weer verder, om 8.15 t Hostal uit, omdat t warm gaat worden en je bijna 22 km. mòet doen, want er zijn hier niet zoveel mogelijkheden. Eerst
zoeken in t dorpje naar de gele pijlen, vragen aan dorpsbewoners die niet weten waar je het over hebt, want je wilt geen onnodige kilometers maken. En dan opeens is hij er die pijl, en even later die
indrukwekkende Ebro, en nòg even later een grote vogel die over je vliegt, een ooievaar. We lopen het land van Sancho Panza binnen, de knecht van Don Quichot, de fantasie van Cervantes. Hier ligt
zijn Insula Barataria. Overal ooievaars, je hoort ze klepperen voordat je ze ziet. Ik zag een bar die La Cigüeña heette, en daaronder stond " siempre vuelve". Of wel, de ooievaar komt altijd terug,
voor de niet spanjofielen. De Ebro komt en gaat tijdens onze tocht. Groen, groen, groen, overal bloemen, mooie uitzichten, fluitende vogeltjes en kwakende kikkers. Wie zegt er dan Spanje dor en droog
is? Ze hebben hier alles op dit schiereiland. Onderweg praatte ik nog even met een Roemeen, die op t land werkt.Hij woont hier al 11 jaar, maar t wordt steeds moeilijker en hij houdt steeds minder
over. Hij wees mij de opslag waar t gras naar toe gaat, dat naar Arabië gaat voor de kamelen...Zo leer je weer wat. 't Laatste stukje was zwaar, door de warmte, maar ik lig nu lekker na 2 biertjes op
bed in Gallur alle snoepjes van het hotel op te eten.