Camino-Inge.reismee.nl

Pamplona, weer onderweg naar Roncesvalles

Om 5 uur vanochtend kwam ik hier aan, het ondergrondse busstation is niet meer zo onaangenaam, omdat ik t ken. Bussen rijden af en aan, iedereen zit en ligt en hangt op de grond. Ik raakte leuk aan de praat met een jonge vrouw uit Formentera, die met de Caminogaat beginnen. Ze twijfelde overin Pamplonabeginnen of vanaf Roncesvalles lopen, maar reist nu met me mee naar boven en slaapt bij ons in de herberg. Ze is gitaarlerares, heeft de gitaar bij zich. Hier is t weer een mengeling van mensen met een rugzak en rood wit geklede mensen die San Fermin gaan vieren, dat begint vandaag. Het hospitalera-werk is dus weer begonnen, een paar weken geleden was ik zelf nog pelgrim....

LOGRONO !!!!

Na een heerlijk biertje en een foto op de "Puente de piedra", de brug waarover ik in 2009 deze stad binnenkwam, stonden we tegen half twee weer eens ouderwets in de rij voor een herberg. Even een plekje om te douchen, te rusten en de rugzak te reorganiseren. Het is warm hier op de patio van de herberg, iedereen hangt onderuit, heeft slippertjes of sandalen aan. Iedereen heeft streepjes van z'n sokken op z'n onderbenen staan. Er wordt Italiaans, amerikaans en japans gepraat. Het punt is dus bereikt: de connectie met de Camino Frances. Als je met een passer over de landkaart van Spanje zou gaan, van links: Santiago, naar rechts : de Ebro-Delta, dan heb ik dat allemaal gelopen . Zo'n vrolijke 1200 km. Terugkijkend op het traject van deze 3 weken, realiseer ik me dat ik in het begin dacht, tjé, t is echt waar dat ik hier loop in deze prachtige Delta. En na een paar dagen regelmatig, tjá, waar ben ik nou eigenlijk aan begonnen, ik lijk wel gek... Maar nu is dat veranderd in tjo?, ik heb echt gedaan , ik heb t gehaald. En eerlijk gezegd was dat 3 jaar geleden ook zo. Wat anders is, en heel erg leuk, is de uitwisseling met m'n mede-Hospitaleros, degenen waarmee ik over 5 weken weer in de herberg in Roncesvalles ga werken. Hans, die schrijft :ik weet dat dit op je verlanglijstje stond. Gerard met z'n vrolijke commentaartjes. Wil, die op dit moment de Camino de Plata loopt. 's Avonds lezen Irma en ik zijn verslagen, en t klinkt heerlijk bekend. Problemen met t vinden van de gele pijlen in de Spaanse steden, een verhaal over de crème waarmee je voetjes t beste kunt verwennen. Het zit er weer op. Zometeen de stad in, lekker een hapje eten, en dan vòòr 10 uur met de rugzak de herberg uit (dan gaat ie dicht), richting het busstation, waar om 11.15 de nachtbus naar Valencia vertrekt. Hasta rapido.

Agoncillo, desde un bar. Las tres de la tarde..

Twee etappes verder dus. Gisteren kwamen we , behoorlijk leeg, om 4 uur aan in Alcanadre. Sjokkend door de hitte en bijna struikelend over àl die stenen, dacht ik maar aan èèn ding: straks de troostprijs, dat koude biertje. En in diezelfde bar hadden ze ook meteen de sleutel paraat voor ons onderkomen, de plaatselijke herberg. In dit geval "HET STATION" . t Klinkt raar, mijn lieve dochter die ik aan de telefoon had terwijl ze lamskotelletjes stond te bakken, begon zich al wat zorgen te maken, maar nee... We kregen echt de sleutel van t gebouw, ze hadden t wat proberen op te leuken met felle kleurtjes, er waren nieuwe matrassen, maar koud water en bijna geen WC papier. Er was èèn andere pelgrim., die we al eerder ontmoet hadden. 's Nachts denderden de treinen voorbij, want het is nog steeds een eche spoorlijn en een echt station. Bovendien onweerde en kletterde het, dus een roerige nacht. Toen we vanochtend in dezelfde bar de sleutel afleverden , tekende de eigenaar een alternatief stukje Camino uit. Aldoor langs de Ebro. Prachtig, stukken zo mooi van kleur, alles in grijs/wit tonen, alweer die tuintjes van God die mooier zijn dan wat we zelf ook maken. Wilde witte roosjes, bloeiende vlierbessen, bloeiende bramenstruiken, witte pluizen van de populieren, hoog nat gras en daardoorheen dansten witte vlindertjes . Langs de spoorlijn zwaaide ik naar de machinist van een trein, en hij toeterde terug. De spanjaarden durven toch nog veel persoonlijker te zijn. Gisteren op een warme landweg, stopte er een tractor, en de boer boodt ons een slok water aan uit z'n fles. En hier in dit bartje kregen we, naast ons biertje met olijven, van de eigenares een bordje paëlla met 2 vorkjes, omdat ze uit Galicië komt ( Santiago). Mensen toeteren, zwaaien, wensen je Buen Camino. Logroño is in zicht !!

La Rioja, de Huerta van Spanje

Optimistisch doorstappend liepen we vanochtend om 7.30 Alagon uit, na de sleutel bij de Policia Local in de bus gedaan te hebben, richting Calahorra. Een klus te klaren, de lucht was strakblauw, jammergenoeg geen sluierbewolking zoals gisteren. Overal fruitbomen , vooral peren, artisjokken, mooie bergen in de verte en zo nu en dan dieprode aarde. We hadden allebei wat startproblemen, achteraf begrepen we waarom, we hadden alleen water gedronken, en niet eerst een café con leche genomen in een bartje, er was nog niets open . Maar na 3 uur lopen deed de koffiestop wonderen. En toen we t dorpje nog maar even uit waren, zagen we na een paar bochten onze bestemming al in de verte. Calahorra bleek een sappig Fata Morgana, dat met ons meeschoof. Urenlang zagen we t, links voor ons. Maar goed, uiteindelijk zitten we er, in een prachtige albergue, met het tevreden gevoel dat onze brave voetjes in twee dagen 53 km. gelopen hebben. En... dit was de laatste lànge etappe. Nu nog drie kleintjes van onder de 20, en dan zijn we er, in Logroño , connectie met de Camino Frances, waar ik op 11 mei 2009 een kaarsje brandde...

Je moet er wàt voor over hebben....

Daar zit ik dan, in een schemerige kelder, radio aan TV op voetbal en een stel jongens doen luidruchtig een spel. Spanjaarden zijn al luidruchtig als ze niks doen, dus nu... Buiten zit iedereen op terrasjes hier in Alfaro , maar wij zijn al genoeg buiten geweest, en we hebben t hele dorp afgespeurd voor een WiFi - plek. Vanochtend vertrokken we vroeg uit Tudela, t was gisteren erg warm en we hadden vandaag 26 km. te lopen. Prachtig, die rustige stad, in t bartje waar we een ontbijtje namen, zaten wat zwervers al aan de drank, maar verder was er niemand te bekennen. Langs de kathedraal lopend was er slechts het geluid van de vele ooievaars op de toren. Meteen daarna waren we buiten de stad, en liepen langs de goedverzorgde groentetuintjes. Het is een gebied van artisjokken en witte asperges, waar we gisteravond van genoten in de tapasbar. Het ritme zat er goed in, na een stop in Castejòn waar we tussen de communie -vierders terecht kwamen, en in de rij moesten voor de WC ( waar de biervaten in opgeslagen stonden) kwamen we hier om 3 uur t dorp binnenlopen. Er is hier een "echte" herberg, lekker scharrig, met 2 andere pelgrims. De sleutel moesten we bij de Policia Local halen , ze stempelden onze pelgrimspas en ik mocht zelfs een foto van ze maken. Morgen weer een lange etappe.

De Renfe ervaring.

Als je kilometers langs de treinbaan sjokt, soms met harde tegenwind, dan weer in de blakerende zon, wil je er ook wel een keer een stukje ìn zitten. Gisteravond viel de beslissing, naar Tudela lopen zou 36 km zijn , en je moet je voeten niet verzoeken... Dus besloten we 's ochtends eerst te wandelen, en daarna een stuk de trein te pakken. Voor Hollanders klinkt dat heel simpel, maar hier is dat een heel gepuzzel . Gaat ie, wanneer gaat ie, kun je een kaartje krijgen? Als je de trein mist, gaat de volgende 3 uur later. Dus stapten we stevig door. Een mooie etappe weer, vanochtend was het klaprozendag, enorme velden om ons heen. Om 9 uur was t al behoorlijk warm. Half 12 kwamen we t stationnetje binnen. Zowaar, er zat iemand achter t loketje. Maar nee, we konden pas nà 12 uur een kaartje kopen. Is er hier een bar in de buurt ? Ja dáár. Op dat totaal verlaten stationnetje was een bartje, waar we even later bocadillos met heerlijke gebakken chorizo zaten te verorberen, en lekker koud bier dronken, met onze voeten op een stoel. Genietend, maar redelijk ongebruikelijk voor dat tijdstip van de dag. Ik had begrepen dat de trein om 12.40 zou gaan. Om iets over twaalven kwam t mannetje van het loket de bar binnenlopen om te zeggen dat we nú ons kaartje konden kopen. Ik liep rustig op m'n sokken naar t loket. Allebei betaalden we 1.75 € ( korting met onze Tarjeta Dorada, konden we die eindelijk ook eens gebruiken), toen hij opeens zei, de trein gaat over 5 minuten, aan de overkant. Hollen dus. We waren de enigen die opstapten. Kort daarna stapten we uit in Tudela. Het is wonderlijk om te zien hoe snel je zo'n stuk overbrugt waar je anders uren op had lopen zwoegen. Zometeen een toeristisch rondje door de oude binnenstad, er is hier veel te zien.

Continuing story..

Ja, en dan loop je de volgende dag als pelgrim gewoon weer verder, om 8.15 t Hostal uit, omdat t warm gaat worden en je bijna 22 km. mòet doen, want er zijn hier niet zoveel mogelijkheden. Eerst zoeken in t dorpje naar de gele pijlen, vragen aan dorpsbewoners die niet weten waar je het over hebt, want je wilt geen onnodige kilometers maken. En dan opeens is hij er die pijl, en even later die indrukwekkende Ebro, en nòg even later een grote vogel die over je vliegt, een ooievaar. We lopen het land van Sancho Panza binnen, de knecht van Don Quichot, de fantasie van Cervantes. Hier ligt zijn Insula Barataria. Overal ooievaars, je hoort ze klepperen voordat je ze ziet. Ik zag een bar die La Cigüeña heette, en daaronder stond " siempre vuelve". Of wel, de ooievaar komt altijd terug, voor de niet spanjofielen. De Ebro komt en gaat tijdens onze tocht. Groen, groen, groen, overal bloemen, mooie uitzichten, fluitende vogeltjes en kwakende kikkers. Wie zegt er dan Spanje dor en droog is? Ze hebben hier alles op dit schiereiland. Onderweg praatte ik nog even met een Roemeen, die op t land werkt.Hij woont hier al 11 jaar, maar t wordt steeds moeilijker en hij houdt steeds minder over. Hij wees mij de opslag waar t gras naar toe gaat, dat naar Arabië gaat voor de kamelen...Zo leer je weer wat. 't Laatste stukje was zwaar, door de warmte, maar ik lig nu lekker na 2 biertjes op bed in Gallur alle snoepjes van het hotel op te eten.

Gewoon maar èèn pelgrimsdag....

Vanochtend over een van de grootste pleinen van Europa, en langs de Ebro, Zaragoza uit. We liepen een groot stuk door een park, waar mensen aan t fietsen en joggen waren. Een Spanjaard die zijn hondje uitliet, had wel zin in een babbeltje. Hij liep een stuk mee op. We kwamen langs een paar prachtige moderne gebouwen, en kwamen onder een kabelbaan door. Hij vertelde dat t allemaal voor de expo van 2008 gebouwd was, en nu leeg stond, 30 miljoen had gekost. Daarna,de stad uitlopend voerde de camino ons tussen, onder, en over, twee snelwegen . Overal raasde verkeer, maar even later stond ik in de wuivende korenvelden een praatje te maken met een herder die vertelde dat hij 250 schapen had. Verder, een klein dorpje naderde. Er klonk al van veraf muziek, een kazerne met marcherende soldaten. Groene velden, weer een dorpje, Utebo, doodstil zo rondom 1 uur. Daar staat dan opeens de meest beeldschone Mudéjar- toren die je maar voor kunt stellen, prachtig met gekleurde tegels bedekt. Naast de toren doken we een kroeg in, voor een koel biertje. Een man schoot me aan en vroeg of hij ons iets meer over de toren mocht vertellen, t is Wereld-erfgoed. Hij nam ons ook nog even mee naar t museum aan de overkant , zei " Hola " tegen z'n vriend die daar werkte, en "ik wil deze vrouwen even wat laten zien". Ja, hij was natuurlijk ook Pelgrim geweest, vandaar .. Zomaar wat indrukken dus. Nu zijn we in Alagón.