De wondere wereld van de Camino
Vanochtend rond zes uur, toen ik de verlichting van alle verdiepingen had aangedaan en de deur naar buiten open gezet, liep ik nog even naarboven om de kas te halen. Buenos dias, bonjour, Buenos dias, bonjour. Koreanen en Fransen passeerden mij afwisselend. Later zaten de Koreanen in de keuken de draden van hun Mie uit hun zelf meegenomen pannetjes te trekken, tja, daar heb je ook grote koffers voor nodig, dacht ik opeens. Gisteren kwam er een groep van 18 Koreanen, en rolden hun felgekleurde koffertjes de trap op. Verbaasd nagekeken door de “echte pelgrims”. Vanochtend kwam er een bus en gingen de koffertjes er weer in... ze hadden de zware etappe uit St.Jean over de Pirineos wel gelopen, maar reden nu door naar Sarría, 100 km. vòòr Santiago, om daar verder te lopen. Het is een interessante discussie de laatste jaren. Wat is een èchte pelgrim, moet die altijd zijn eigen zware rugzak dragen? Het Monasterio laat steeds meer reserveringen toe, maar ze hebben t geld ook wel hard nodig om dit fenomeen in stand te houden. Een lange dag zit er bijna weer een op, de ramen staan open, de vogeltjes fluiten en de Pirineos zijn onbedaarlijk groen. Vanochtend na de koffie keken we naar de Romeria hier, Roncesvalles was overvol. We zijn onze tweede week ingegaan.
De grilligheid van de Pirineos..
Koud is t hier, echt koud, gisteren sneeuwde het zelfs, wat ik nog niet eerder meemaakte tijdens mijn Hospitalera-werk, en gelukkig ook niet tijdens mijn eigen Camino toen ik hier in mei 2009 vertrok. Vandaag kwam ik weer even langs t bovenbed in de Overloop waar ik toen sliep. Ik ben dus weer helemaal binnengetreden in de wondere wereld van de pelgrim. Aan de ene kant die overweldigende hoeveelheid mensen en indrukken die er dagelijks over je heenrollen, problemen die je op moet lossen, je arme benen die je van ‘s ochtends zes tot ‘s avonds tien moeten dragen Aan de andere kant die verstilling en historie die er hier hangt. Je werkt hard in de wasserij om iedereen zijn wasje terug te geven, de machines draaien, de Koreanen om je heen staan te kwetteren, maar in de muur is een opening waar een beekje ruist, dat daar al eeuwen zijn weg kiest, en waar vroeger de monniken al hun kleren in wasten. Of je loopt nadat je wat pelgrims naar hun bed hebt gebracht even de crypte in, en geniet van de tijdloosheid daar. Hard werken is t, het wordt elk jaar meer. Er is geen tijd meer om, zoals in de eerste jaren, even een paar uurtjes te gaan wandelen. Maar goed, daar kom ik ook niet voor.
Santa Eulalia
De TV tettert door de bar van t Hostal waar ik overnacht, onderweg naar Roncesvalles. Voor de 9e keer alweer. Boven mij hangen hammen, de ober:zwarte broek, wit overhemd , gekleed zoals in de meeste traditionele bartjes en restaurants, gooit wat ijsblokjes in een glas, voor één van de weinige gasten in deze grote ruimte. Een paar uur geleden zette ik Marilise en haar beide pubers af op Valencia Aeropuerto en reed weer genietend door de mooie vlaktes en bergen hierheen, bijna alleen op de snelweg. Verderop in Santa Eulalia at ik in een bartje, vol mannen. Een groepje Spaanse pensionistas, veel Afrikanen, donker en lichtgekleurd. Er was nog één andere vrouw. Ik at heerlijke salade, chorizo, dronk een glas wijn , en nam een café solo toe.De wijn was erg lekker, en toen ik er een fles bij bestelde om mee te nemen, rekende ik 16€ af. Ik houd van dit land, het Is onder mijn huid gekropen. Morgen rustig verder naar boven, ik hoef me pas vrijdag om elf uur te melden.
Daar boven in de bergen...
Tja, echt goed is de Wifiverbinding hier niet, zelfs 's nachts als de 257 pelgrims die we weer aan een bed hebben geholpen, braaf liggen te slapen, lukt t me in bed naast Nederbelg Thea niet, om mijn verhaaltjes op te slaan. Dus draai ik me dan zuchtend om en ga lekker slapen. Nu heb ik mijn IPadje meegenomen naar Casa Sabina, waar we heerlijk in de zon koffie hebben zitten drinken, en t lukt. Terwijl Thea en ik aan de bar 3 café americano en 3 con leche stonden op te halen, kwam de postbezorgster binnen. Een strak jong meisje , met een Correos-T-shirtje, en haar hond aan de lijn, deed hier haar rondje , en reed weer weg in haar auto. Een week zijn we hier alweer, en er zoemen zoveel verhalen door mijn hoofd die ik op zou kunnen schrijven. 2 Dagen geleden bijv. was t hier de dag van de "Franceses" . Onderweg naar de kofffie hoorden we al de gezangen, de deuren van de kerk stonden wijd open . Binnen en buiten zaten en stonden mensen met blaadjes tekst in hun handen te zingen. Voor de kerk stonden ze in de regen, onder paraplu''s. Ontroerend mooi. Basken houden van zingen, zei mijn buurvrouw die ik probeerde uit te horen. Dit waren de Basken uit Frankrijk, die hier 1x per jaar voor deze dag naartoe komen, vaak te voet. Voor deze mis, met daarna een lunch, vaak meegebracht, en soms gaan ze dan weer te voet terug. Een bijzondere taal toch dat Baskisch, ik ben een talenfreak, maar kan er niets uit halen. Kan t alleen herkennen door al die x-en die erin zitten. Vandaag is t weer een feestdag: de Dia de Navarra. De prachtige blikkerige klok van onze kerk gaat maar door met luiden..Lunchen om 1 uur, en dan weer aan de slag.
Twee (over)volle dagen..
Als ik er over nadenk, kan ik me eigenlijk niet herinneren dat ik ooit een dag in mijn toch al redelijk lange leven zolang continue en zo hard gewerkt heb. Vanochtend begon ik 6 uur, en ben bijna onafgebroken tot vanavond 10 uur bezig geweest. Het is de achtste keer dat ik hier in de herberg werk, maar deze stroom van pelgrims heb ik nog nooit eerder meegemaakt.. 's Middags al zien we met angst t moment tegemoet dat we de doodvermoeide pelgrims die de zware tocht over de Pirineos gemaakt hebben,moeten vertellen dat onze 250 bedden vol zijn en we hun geen andere oplossing kunnen bieden dan naar Burguete door te lopen, of een taxi te nemen om verderop naar een bed te zoeken. En dit allemaal omdat het Govierno van Navarra besloten heeft dat we geen gebruik meer mogen maken van t Campamento . Vanaf het moment dat Marisol zich verheft en dit in t Spaans en Engels meldt, wordt t pas ècht werken. Een wirwar van mensen, een rij die tot aan de achterdeur staat, bespringt ons met vragen in t Spaans, Frans, Engels, Duits. We moeten taxis regelen, oplossingen aandragen, t houdt niet op. Koreanen die maar 3 woorden Engels spreken willen nog even hun pelgrimspas laten stempelen voordat ze op t laatste moment in de taxi springen. En ondertussen gaan de gewone dingen door: de vrouw die bezorgd al urenlang op haar vriendin zit te wachten die maar niet ui de bergen komt, breng je een kopje thee .De stapels was moeten ondanks de 2 kapotte machines weggewerkt worden, pelgrimspassen gestempeld. Gisteren was er een heel bijzonder moment: een Belgische zangeres van de Opera in Brussel vroeg of ze in de kerk mocht zingen. Na veel gezoek vond ik Valentin in de kerk, die ook nog eens frans bleek te kunnen spreken. In de pelgrimsmis zong ze 's avonds een beeldschoon Ave Maria , haarzuiver..En dan is alles weer gelukt, kunnen del lichten uit , en drinken we tevreden met ons leuke team (met z'n zevenen zijn we), een heerlijk glaasje wijn, lachen en halen verhalen aan over devoorbije dag.
En frente...
Vanochtend om half elf vertrok ik uit Xàbia, met t plan om in Olite het kasteel te bekijken en daar te overnachten. Een mooie afstand van Roncesvalles waar we morgenochtend de overdracht hebben, en weer flink aan de slag gaan. Thea en Rinus zijn er al: ze stuurden mij een stralende foto gemaakt op ons terrasje. De tocht was weer prachtig, nadat ik de drukke weg over Valencia achter me had gelaten, waar weer duidelijk allemaal toeristen op de terugweg waren, en de A23 opdraaide,richting Teruel en Zaragoza, was t autorijden weer ontspannen Spaans. Een soort rustig schaakspel met een paar auto's, omgeven door de ruimte en schoonheid van het weidse Spaanse landschap. Dromerige bergen, rode aarde waarin huisjes staan die dezelfde terrakleur hebben, kerktorentjes, wonderlijke namen, zoals Rio Pancrudo. De uren vliegen dan voorbij. Ik besef dan ook hoezeer Spanje onder mijn huid is gekropen. Maar goed, ik woon er nu ook bijna een derde van mijn leven. Olite is prachtig, vol van geschiedenis, ik beklom alle torens van t kasteel, at net wat heerlijke tapas met een wijntje uit de regio, en ga op tijd slapen. Want ze komen er weer aan, die dagen van 6 uur beginnen en om 10 uur 's pas avonds klaar zijn...